Het orgel van de Hervormde Kerk in Zuidwolde:
|
|
|
test | ||
|
![]() |
|
test | ||
![]() |
![]() |
|
test | ||
Het orgel is oorspronkelijk gebouwd in 1902 door de orgelmaker Jan Doornbos uit Groningen. Het was een geschenk van een echtpaar uit de kerkelijke gemeente, wat nog te lezen is op de gedenksteen onder het orgelfront. Het orgel was gebouwd volgens het weinig toegepaste kegelladensysteem met een mechanische tractuur. Het was een éénklaviers orgel met aangehangen pedaal. De dispositie luidde als volgt:
Manuaal: | Pedaal: | Speelhulpen: | ![]() |
||
Bourdon 16 | Aangehangen | Tremulant | |||
Prestant 8 | |||||
Holpijp 8 | |||||
Gamba 8 | |||||
Octaaf 4 | |||||
Fluit 4 | |||||
Quint 22/3 | |||||
Octaaf 2 | |||||
Cornet IV sterk | |||||
Saxophoon 16 | |||||
Trompet 8 |
Oude foto van het orgel (www.kerkeninbeeld.nl) |
1940-1971: Diverse wijzigingen
In
de jaren veertig zijn onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd door de firma Reil.
Hierbij is de Saxophoon 16’ vervangen door een Mixtuur IV en is de Trompet
8’ vernieuwd. In ±1949 is het orgel voorzien van een pneumatische
registertractuur. In 1969 was de kwaliteit van het orgel zodanig verslechterd,
dat het onbespeelbaar was geworden. Er was sprake van veel windverlies, onder
andere door lekkages in de registercancellen. Deze waren uitgedroogd en
gescheurd als gevolg van de kerkverwarming. Ook in de magazijnbalg waren lekken
aanwezig. Vanwege de slechte staat werd door de toenmalige “Orgelcommissie der
Nederlands Hervormde Kerk” geadviseerd om het orgel te vernieuwen. Een plan
van Hendriksen & Reitsma uit Nunspeet werd als beste beoordeeld.
1972: Restauratie en uitbreiding
Hendriksen
& Reitsma bouwde een “nieuw” en groter orgel in de oude kas, met twee
klavieren en pedaal, vijftien registers en een mechanische tractuur met
sleepladen. De orgelkas werd hierbij onder de klokkenzolder weggehaald en 130 cm
naar voren verplaatst. Als adviseur bij de bouw werd de organist Piet Zwart uit
Kampen aangesteld. Op 4 februari 1972 werd het nieuwe orgel in gebruik genomen,
waarbij het werd bespeeld door Piet Zwart en de eigen organiste, mevrouw Kobes.
Bij
het nieuwe orgel werd gebruik gemaakt van veel pijpwerk uit het oude orgel. De
registers Bourdon 16’, Prestant 8’, Holpijp 8’, Octaaf 4’, Quint 22/3’,
Octaaf 2’, Mixtuur IV en Trompet 8’ werden opnieuw gebruikt. De pijpen van
de oude Fluit 4’ werden gebruikt voor een nieuwe Roerfluit 4’. De twaalf
grootste bekers van de Trompet 8’ waren van zink en werden vervangen door
tinnen bekers, afkomstig van een orgel van Bakker & Timmenga. In de nieuwe
speeltafel werd het bestaande walsbordje verwerkt. Het pedaal kreeg een Subbas
16’ als transmissie van de Bourdon 16’ op het Hoofdwerk.
De dispositie van het nieuwe orgel werd:
Hoofdwerk C-f3: | Nevenwerk C-f3: | Pedaal C-d1: | Speelhulpen: |
|
Bourdon 16 | Holpijp 8 | Subbas 16 | Koppel HW-NW | |
Prestant 8 | Prestant 4 | (transmissie) | Koppel Ped-HW | |
Roerfluit 8 | Roerfluit 4 | Koppel Ped-NW | ||
Octaaf 4 | Nasard 22/3 | Tremulant | ||
Quint 22/3 | Woudfluit 2 | |||
Octaaf 2 | Sesquialter 2 sterk | |||
Mixtuur 3-5 sterk | ||||
Trompet 8 | ||||
2004: Restauratie en dispositiewijziging
In dertig jaar tijd was het orgel van binnen erg vervuild. Dit had een negatief effect op de aanspraak van de pijpen en de orgelklank. Diverse registers vertoonden grote klankonregelmatigheden. De Trompet 8 was in erg slechte staat, als gevolg van oxidatie en sprak in de bovenste octaven nog nauwelijks. Bij de restauratie is het orgel van binnen geheel gereinigd, evenals al het pijpwerk. Met name aan de frontpijpen van de Prestant 8 is veel aandacht besteed. Deze bleken erg aangetast te zijn. Diverse pijpen van de Mixtuur zijn vervangen door andere exemplaren, uit de voorraad van de orgelbouwer. Hoewel er van te voren rekening mee werd gehouden dat de Trompet 8 wellicht zou moeten worden vervangen, bleek het goed mogelijk het bestaande register te restaureren. Het pedaalklavier, dat in slechte staat verkeerde, is eveneens gerestaureerd. Tegelijkertijd met de restauratie is de kas geheel opnieuw geschilderd, in een donkergroene tint. Al het snijwerk en de labia van de frontpijpen zijn met bladgoud verguld. De werkzaamheden zijn uitgevoerd door Hendriksen & Reitsma, bijgestaan door diverse vrijwilligers uit de gemeente, en vonden plaats in maart en april van 2004. Tegelijkertijd met de restauratie is een dispositiewijziging doorgevoerd. De Prestant 4 van het Nevenwerk heeft plaatsgemaakt voor een nieuwe Dulciaan 8.
Klik op de button voor een uitgebreid fotoverslag van de restauratie die in 2004 is uitgevoerd | ![]() |
De dispositie van het orgel na de restauratie:
Hoofdwerk C-f3: | Nevenwerk C-f3: | Pedaal C-d1: | Speelhulpen: | |
Bourdon 16 | Holpijp 8 | Subbas 16 | Koppel HW-NW | |
Prestant 8 | Roerfluit 4 | (transmissie) | Koppel Ped-HW | |
Roerfluit 8 | Nasard 22/3 | Koppel Ped-NW | ||
Octaaf 4 | Woudfluit 2 | Tremulant | ||
Quint 22/3 | Sesquialter 2 sterk | |||
Octaaf 2 | Dulciaan 8 | |||
Mixtuur 3-5 sterk | ||||
Trompet 8 |
2015: Uitbreiding dispositie
In
2015 is het orgel fors uitgebreid, waarbij 5 registers zijn toegevoegd. Het
instrument heeft drie eigen pedaalregisters gekregen en het nevenwerk is
uitgebreid met twee strijkers. Het betreft bijna allemaal gebruikt materiaal. De
windlade van het pedaal en het register Octaaf 8 zijn van orgelmaker Verschueren
(1968) en afkomstig van het orgel in de Hervormde Dorpskerk in IJsselmuiden. De
Fagot 16 is van Hendriksen & Reitsma (1982) en is eveneens afkomstig uit
IJsselmuiden. De Subbas 16 komt uit het orgel van de Christelijk Gereformeerde
Kerk in Genemuiden, de bouwer is onbekend. De
uitbreiding op het nevenwerk betreft een Viola 8 en een Celeste 8. De pijpen van
het groot octaaf van de Viola en de pijpen van de Celeste zijn afkomstig van het
orgel uit de Christelijk Gereformeerde Kerk in Siegerswoude-De Wilp. De precieze
herkomst is onbekend, het betreft materiaal uit ca. 1895. De overige pijpen van
de Viola zijn nieuw. De oude Subbas 16 (transmissie van de Bourdon) op het
pedaal is gehandhaafd, maar nu onder de naam Bourdon 16. Om deze forse
uitbreiding met vijf registers te realiseren is de orgelkas aan de achterkant
iets verdiept. De zelfstandige pedaalregisters hebben een plaats gekregen in een
nieuw gebouwde orgelkas die los achter het orgel is geplaatst. Het orgel heeft
ook een nieuwe windmotor gekregen, omdat de oude motor onvoldoende vermogen had
voor de extra registers. De oude motor wordt nu gebruikt voor de windvoorziening
van het pedaalwerk. De werkzaamheden zijn uitgevoerd door Hendriksen &
Reitsma in het najaar van 2015. Het orgel telt nu 20 registers, verdeeld over
twee klavieren en pedaal.
Huidige dispositie:
Hoofdwerk C-f3: | Nevenwerk C-f3: | Pedaal C-d1: | Speelhulpen: | |
Bourdon 16 | Holpijp 8 | Subbas 16 | Koppel HW-NW | |
Prestant 8 | Viola 8 | Bourdon 16 | Koppel Ped-HW | |
Roerfluit 8 | Celeste 8 | (transmissie) | Koppel Ped-NW | |
Octaaf 4 | Roerfluit 4 | Octaaf 8 | Tremulant | |
Quint 22/3 | Nasard 22/3 | Fagot 16 | ||
Octaaf 2 | Woudfluit 2 | |||
Mixtuur 3-5 sterk | Sesquialter 2 sterk | |||
Trompet 8 | Dulciaan 8 |
Hieronder staan foto's van het orgel in de oude kleur, van vóór de restauratie van 2004
|
![]() |
|
test | ||
|
![]() |
|
test | ||
|
![]() |
![]() |
|
![]() |
|
test | |||
|
|
||
test |
Bron:
- Hervormde Kerk Zuidwolde